Gustave Strauven

Gustave Strauven

Gustave Strauven studeerde architectuur in de Sint-Lukasschool in Schaarbeek van 1892 tot en met 1895. In 1896 ging hij in de leer bij Victor Horta. Hij zal dan samen met zijn leermeester aan het Volkshuis en aan het Huis van Eetvelde werken. Een jaar later vertrok hij naar Zürich om er zijn architectenopleiding voort te zetten in een architectenbureau.

Na een heel jaar afgerond te hebben in Zürich keert hij terug naar Brussel en begint hij met het ontwerpen van huizen. Zijn bekendste werken zijn het Huis Saint-Cyr en het Huis Van Dijck.   

Gustave Strauven hield zich graag bezig met technologische onderzoeken waarbij hij op zoek ging naar bouwtechnieken en bouwmaterialen die hij zou kunnen gebruiken in zijn volgende ontwerpen. Materialen waarmee hij ging experimenteren waren de volgende: 

 Ijzer en gietijzer: Hij zal met deze materialen op zoek gaan naar creaties in verschillende vormen om er een natuurlijk lijnenspel van te maken. In zijn ontwerpen zal hij dit materiaal dan gebruiken door ze om te plooien of te buigen tot ze een bepaalde sierlijke vorm gaan aannemen. Een voorbeeld waar men kan zien hoe hij dit materiaal gebruikte in verschillende vormen en groottes is op de gevel van het Huis Saint-Cyr (zie Saint-Cyr huis). 

Steen: Hij zal gebruik maken van natuursteen om het tot verschillende motieven te bewerken en verwerken, totdat hij met iets komt dat hij graag ziet. Een ander soort steen die hij gaat gebruiken voor het bouwen van zijn constructies is baksteen. Hij koos hiervoor, omdat die in verschillende kleuren aangeboden worden, maar ook om de gevels wat meer kleur te geven en zijn ontwerp er levendiger te laten uitzien. Iets wat hij ook vaker deed op huizen was de bakstenen zo schakeren dat ze banden creëerden (zie Saint-Cyr huis). 

Hout: Hij zal gebruik maken van dit materiaal om gewelfde raamwerken te maken of om slingerende lijnen toe te voegen in het glas-in-loodramen (zie Saint-Cyr huis ).

Gustave Strauven gaat op zoek naar zijn eigen bouwtechniek waarbij de gevels van zijn huizen verschillende onderbouwen krijgen. Hij past deze nieuwe techniek toe om zo in zijn constructies een levendig reliëf te creëren. Zijn doel is de blik van de voorbijganger aan te trekken. Dit doet hij door de volgende stappen te volgen: Ten eerste begint hij met een stevige onderbouw. Hij voegt pilasters , omlijstingen en topsieraden toe om de muuropeningen te ontwerpen. Daarna begint hij met subtiele uitsprongen en lichte insprongen die zijn eigen typische architectuur kenmerken. Hiermee bedoelt men bijvoorbeeld de pilasters. Tot slot ontwerpt hij uitspringende en terugwijkende volumes door opeenstapelingen van balkons, bow-windows en erkers, opengewerkt met loggia's, portalen, kleine binnenplaatsen en overdekte terrassen. Hij zorgt er zo voor dat de gevel plots niet alleen maar een deel is van de buitenkant van het huis, maar dat deze ook gekoppeld is met de binnenkant van het huis. Zo vloeit zijn constructie samen tot één geheel. Als kers op de taart eindigt hij zijn compositie met een brede kroonlijst of een monumentale bekroning.

Saint-Cyr huis - Gustave Strauven

Door zoveel elementen toe te voegen aan zijn ontwerpen komen er bepaalde dingen meer op de voorgrond te liggen terwijl andere elementen zich schuil houden op de achtergrond. Zo zorgt hij ervoor dat voorbijgangers altijd iets nieuws ontdekken in zijn creaties.  

 

Het Huis Saint-Cyr is een voorbeeld van de manier waarop Gustave Strauven omgaat met zijn bouwtechniek. Het is een huis met slechts een vier meter brede gevel gebouwd in 1900. Het is dus een niet al te groot huis, toch laat het een grote indruk achter door de hoeveelheid elementen die er gebruikt werden waaronder metaal, om het huis zo een speciale decoratieve gevel te geven. Het werd ontworpen voor de schilder en decorateur Georges Léonard de Saint-Cyr. Daarnaast maakt Gustave Strauven hier ook gebruik van glas, hout en enkele andere materialen om deze samen te combineren op een manier die veel personen in die tijd zagen als wanorde en een combinatie van rare verhoudingen. Hij kreeg hiervoor dan ook heel erg veel kritiek te verduren. 

Daarnaast inspireert hij zich net zoals Horta uit de plantenwereld om zijn decoratieve gevels een unieke art-nouveaustijl te geven. Hij heeft zelfs een klein vormenrepertorium gecreëerd voor zichzelf. Hij gebruikt deze om sneller en eenvoudiger het geschikte materiaal te zoeken en om inspiratie op te doen (zie golfmotief en detailfoto).

Na 1907 werden zijn ontwerpen van zijn gevels steeds minder spectaculair. Er ontstonden meer vereenvoudigde reliëfs met veel minder details van steen en ijzer. In totaal bouwde hij ongeveer 70 gebouwen in Brussel.   

Golfmotief

Detailfoto Saint-Cyr huis 

Art nouveau / Gemaakt in mei 2021 door Chloé
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin